woensdag 28 april 2010

Droom

Als dromen door je vingers glippen
Als ze je net te slim af zijn
Als ze net je bewustzijn verlaten

Net op het moment dat ze belangrijk lijken
Net op het moment dat ze zouden kunnen hechten
Net op het moment dat ze verdwijnen inmijn ruimte

Ogen die verlammen

Je kent het wel
De ogen die verlammen
Voor een moment
Denk je de sprank
Te herkennen
Je kijkt dieper
Nog dieper met
Het intense verlangen
Het onmetelijke te vinden
En dan glijden ogen
Naar wat over is van
Licht verlangen en hunkering
En morsigheid is wat is
Ogen verkennen en
Hebben het wezen al ontkend
Slechts in gedachten
Blijven sporen van
Intens verlangen
Terug naar het rauwe
Hier en nu

Geen

Geen elementen
Geen niets
Geen nee
Geen laten
Geen geven
Geen tirade
Geen muziek

Dromen van sprankelende conversatie bij laaiend haardvuur
Dromen van altijd stromende rivieren en gedachtenloos dobberen
Dromen van eenvoud en stukjes van de koek zonder de restjes
Dromen het geheel te doorgronden en de bodem te bereiken

Dicht bij

Blijf maar dicht bij
Blijf maar dicht op
Op mijn huid
Op de rand van mijn schors
Zo dicht dat je
Het voelt stromen
Dat je kunt kijken
Naar de rivierbeddingen
In mijn hoofd
Vervoeren verleiden
Naar duistere krochten
Die geen mens ooit
In daglicht aanschouwde
Daar in die
Onaflatende stroom
Vind je het mij
Van mijzelf
Voor wie de chaos kan
Omarmen
In die tedere stroom

De aarde draagt

Dat als de aarde je draagt
Je voeten haar zacht raken
De aarde je laat drijven
Op de zee van tijd
Die er voor je is
De aarde je draagt
De blackberry kan uit
De iphone op stok
Voel voeten de aarde raken
En laat je dragen door de tijd